Boekenactie Historische Kring Tolsteeg-Hoograven
70 Jaar geleden is de oorlog beëindigd; laat dit voor u een reden zijn om tot de aanschaf over te gaan van ‘ons’ Dagboek van de Houtcentrale, of om het cadeau te doen. Om uw kennis van de lokale historie bij te spijkeren krijgt u er gratis het Wijkboek ZUID bij. De beide boeken worden binnen Utrecht gratis aan huis bezorgd! De Historische Kring heeft 10 exemplaren gereserveerd voor deze actie.
Voor meer informatie: info@hkth.nl of 030 2960814.
Fascinerend relaas van de boekhouder
Onze fietsen staan rustig op kantoor in onze fietsenbergplaats en mocht er een algeheel verbod komen of een verplichte inlevering, dan gaan zij naar de Werf. Zij komen dan in een geïmproviseerde schuilplaats te staan, hier staan ze veilig zonder dat er een haan naar kraait. Geen mof zal onze karretjes bezoedelen.
Het is een van de honderden prachtige alinea’s in het Dagboek van de Houtcentrale, het buitengewoon informatieve verslag over het wel en wee tijdens de oorlog van de houthandel in Hoograven, destijds gemeente Jutphaas.Uit de alinea blijkt enig triomfalisme – een stemming van vastberadenheid: de Houtcentrale laat zich niet kisten en rommelt zich zo goed mogelijk de oorlog door. Het dagboek is een fascinerend geschrift, zeker als je weet dat het is geschreven door hoofdboekhouder J. Verhoef, van wie later bekend is geworden dan hij virtuoos was in het manipuleren met cijfers, óók in zijn eigen voordeel.
In ieder geval moet worden vastgesteld dat het Dagboek van de Houtcentrale ongelooflijk nuttig is voor de geschiedschrijving van Utrecht in de oorlog. Het verslag noemt allerlei gebeurtenissen in stad en regio, die van historisch belang zijn geweest. Van de bommen op de Biltstraat tot de anti-joodse maatregelen, van de april-meistakingen tot de razzia op mannen van 17 tot 50, oktober 1944,van Dolle Dinsdag tot de belevenissen van collega’s die in Duitsland te werk gesteld zijn. Het Dagboek van de Houtcentrale is een prachtige, rijke oorlogsgeschiedenis.Het illustreert bovendien de economische ontwikkeling tijdens de oorlog: de eerste anderhalve jaar komt het bedrijf tot aanzienlijke bloei, de omzet schiet zelfs omhoog. Maar gaandeweg valt alles stil, is er steeds minder werk en moeten steeds meer werknemers naar Duitsland.
Misschien wel het meest opvallende aan het Dagboek is de ongekende bureaucratie die eruit blijkt. De klachten over de regeldruk voor het bedrijfsleven van vandaag vallen erbij in het niet. Dagboekschrijver Verhoef spreekt zelfs van “regelterreur” – zo ongebreideld zijn de eisen die de bezetter stelt aan de bedrijfsvoering, aan de administratie en aan het vastleggen van alles wat er in het bedrijf gebeurt. Het meest spectaculair in het relaas van Verhoef is zonder twijfel het verhaal over de extra voedselvoorziening voor het personeel. De Houtcentrale kende een dubbele boekhouding waarbij deklanten een deel van hun bestellingen illegaal moesten afrekenen in voedsel, dat vervolgens aan het personeel ten goede kwam. Het verhaal valt te lezen als een ode aan directeur Post van der Molen, die ongetwijfeld de grote man was achter dit soort acties om het personeel de oorlog door te slepen.
Dagboeken zijn een heel belangrijke bron voor de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog, dat blijkt steeds meer. Voor het Dagboek van de Houtcentrale geldt dat zeker. Het is, zoals gezegd, een document van grote betekenis. Maar daarnaast is het dagboek ook nog te beschouwen als een virtuoze balanceer-act van hoofdboekhouder Verhoef, die niet alleen de Duitsers om de tuin heeft geleid, maar ook het eigen bedrijf voor heel veel geld moet hebben opgelicht. Die man verdient een biografie.
Nieuwegein, december 2009
Ad van Liempt, eindredacteur/auteur ‘De Oorlog’