Trams rijden pas in 2018 naar de Uithof
Hieronder: Persbericht van het Bestuur Regio Utrecht (BRU):
(Daaronder ‘boze’ schriftelijke vragen over de vertraging van de Uithoftram door Ruben Post van de PvdA-fractie in de Utrechtse gemeenteraad)
Planning Uithoflijn bekend: trams rijden in 2018
23 mei
Het Dagelijks Bestuur van Bestuur Regio Utrecht heeft de totale planning voor de Uithoflijn vastgesteld. Daaruit blijkt dat reizigers vanaf 2018 per tram zullen kunnen reizen tussen Utrecht Centraal Station en De Uithof. De Uithoflijn is nodig om De Uithof bereikbaar te houden. De planning is onderdeel van het projectbesluit waarover gemeente en regio in juni zullen beslissen, op voorwaarde dat het Rijk definitief besluit 110 mln. euro bij te dragen. De planning is realistisch: eventuele meevallers zijn er nog niet in verwerkt.
De Uithoflijn wordt voorbereid in een nauwe samenwerking tussen de gemeente Utrecht en Bestuur Regio Utrecht. De stad en de regio willen de reizigers zo snel mogelijk een goede en veilige tramverbinding bieden tussen Utrecht Centraal Station en De Uithof. In 2010 is daartoe definitief de keuze gemaakt voor het tracé om de zuidkant van de binnenstad. Daar zal een openbaar-vervoerbaan worden aangelegd voor een hoogwaardige bus- of tramverbinding.
Planning onderdeel van projectbesluit
Eind vorig jaar werd bekend dat het Rijk onder voorwaarden de noodzakelijke financiële bijdrage wil leveren voor een tramverbinding. Na die toezegging kon worden gestart met de voorbereiding van het projectbesluit. Op grond daarvan kunnen de gemeenteraad van Utrecht en het algemeen bestuur van de regio in juni goed onderbouwd het principebesluit voor een tram nemen. Onderdeel van het projectbesluit is de integrale planning, waarin alle noodzakelijke technische, praktische en bestuurlijke stappen zijn doorgerekend. De inhoud van het voorgenomen projectbesluit Uithoflijn zal later worden bekend gemaakt. De planning vond echter inmiddels zijn weg al naar de publiciteit.
Behalve aanleg trambaan ook aanschaf trammaterieel
De aanleg van de trambaan is vanzelfsprekend een grote stap in de realisering van een tramverbinding. De aanschaf van nieuwe en moderne trams is een andere stap die in de praktijk veel tijd blijkt te kosten. Daartoe moeten de specificaties van de trams nauwkeurig worden bepaald, waarna volgens Europese aanbestedingsregels de fabrikant wordt geselecteerd. Vervolgens kan deze beginnen met bouwen. Intussen wordt de trambaan aangelegd en vinden de andere noodzakelijke werkzaamheden plaats, waaronder de uitbreiding en vernieuwing van de remise in Nieuwegein. Als de trambaan en de eerste tramstellen zijn opgeleverd, begint het uitgebreide testproces. Volgens planning vindt dat in 2017 plaats. De werkelijke exploitatie – rijden met reizigers – kan dan begin 2018 van start gaan.
Schriftelijke vragen over mogelijke vertraging Uithoftram
Twee dagen nadat we in de commissie stad en ruimte hadden gesproken over de tram naar de Uithof en van het college hadden gehoord dat het streven nog steeds is volgende een definitief trambesluit te nemen, werd ik verrast door een krantenbericht in AD-UN. Daaruit bleek dat portefeuillehouder Gerritsen van het Bestuur Regio Utrecht (BRU), dat samen met de gemeente de tram moet realiseren, ervan uit gaat dat de tram op zijn vroegst pas in 2018 zal rijden, en niet in 2015 zoals in het Utrechtse collegeprogramma staat. Op basis van dit bericht heb ik de onderstaande schriftelijke vragen gesteld aan het college.
De Partij van de Arbeid is een groot voorstander van snelle aanleg van de tramverbinding tussen het centraal station en De Uithof (HOV om de Zuid). Wie een dagje probeert mee te rijden op de huidige overvolle buslijn 12, zal het gauw met ons eens dat als een tram ergens snel nodig is, het op dit traject is. Volgens het collegeprogramma moet de Uithoflijn in 2015 gereed zijn. Tot onze verbazing lazen we in het AD-UN van zaterdag 21 mei 2011 (“Nog jaren wachten op tram Uithof”) dat het Bestuur Regio Utrecht (BRU), medeverantwoordelijk voor de realisatie van de Uithoftram, inmiddels uitgaat van oplevering ‘op zijn vroegst’ in 2018. BRU-portefeuillehouder Gerritsen zegt in het krantenartikel dat de planning van 2015 te optimistisch is en technisch niet haalbaar.
De PvdA-fractie heeft hierover de volgende vragen aan het college:
- Kent u de in het krantenbericht genoemde interne notitie van het BRU, waarin staat dat de tram op zijn vroegst in 2018 kan rijden? Is deze wijziging van de planning afgestemd met de gemeente Utrecht?
- Is, uitgaande van een definitief trambesluit in juni 2011, het in het collegeprogramma opgenomen opleveringsjaar 2015 volgens u nog wel haalbaar? Zo nee, waarom niet? En welk jaar is in dat geval wel haalbaar?
- Welke afspraken hebben het BRU en gemeente Utrecht gemaakt over het in te zetten trammateriaal? Mag uit de geciteerde uitspraken van wethouder Lintmeijer dat hij ‘dringend aan het BRU gaat vragen waarom de aanschaf van het materiaal zo lang moet duren’ dat BRU en gemeente hierin tot nu toe niet samen in optrekken? Wat was het antwoord van de dringende vraag’ die u aan het BRU gesteld heeft?
- Bent u het met de PvdA-fractie eens dat, mede gelet op het feit dat het Rijk zijn onder voorbehoud toegezegde bijdrage van € 110 mln. nog definitief moet bevestigen, het erg onwenselijk en ongelukkig is dat de gemeente en het BRU het onderling (openlijk) oneens zijn over de planning? Bent u bereid met de portefeuillehouder van het BRU af te spreken hierin voortaan wel samen op te trekken?
- Kunt u toezeggen dat u bij het raadsvoorstel voor het definitieve trambesluit, dat u voor juni hebt aangekondigd, ook een door de gemeente en het BRU gezamenlijk opgestelde planning levert, voorzien van bijbehorende risico’s en onzekerheidsmarges?