Evaluatie Utrechtse krachtwijken 2011, waaronder Hoograven
De gemeente Utrecht telt vijf krachtwijken. Vier daarvan zijn door het Rijk aangewezen: Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost. Utrecht heeft daar zelf Hoograven aan toegevoegd
De gemeente Utrecht en de woningcorporaties Mitros, Portaal en Bo-Ex gaven Berenschot begin 2011 de opdracht om de aanpak in de vijf Utrechtse krachtwijken te evalueren. De onderzoekers maakten gebruik van bestaand materiaal, hielden groepsgesprekken met bewoners en professionals, woonden relevante overleggen bij en enquêteerden leden van de verschillende programmateams.
De uitkomsten van deze evaluatie vormen samen met de vijfde voortgangsrapportage en de monitor Krachtwijken – die beiden begin juni verschijnen- belangrijke input voor het opstellen van wijkactieprogramma’s voor de komende jaren.
Vanaf pagina 106 gaat het Berenschot-evaluatierapport over Hoograven (8. Hoograven 106; 8.1 Inleiding 106; 8.2 Hoograven in de lift 106; 8.3 Bevindingen per indicator 107; 8.4 Bevindingen per spoor 109; 8.5 Conclusie Hoograven 118. Indien u het complete rapport wilt downloaden; klik dan op het knopje ‘attachments’, helemaal onderaan rechts, aan het eind van dit bericht)
Zomaar een fragment uit het Berenschot-rapport over Hoograven:
“….door de inzet op verschillende doelgroepen veel initiatieven (Activeringsteam Hoograven, Briljante ideeën voor Hoograven, programma Gezond Gewicht en Hoograven Invites You) naast elkaar waardoor er volgens onze gesprekspartners niet altijd doelmatig te werk wordt gegaan. De afstemming tussen deze initiatieven zou volgens hen in de toekomst beter gemanaged moeten worden en initiatieven zouden samengevoegd kunnen worden (onder leiding van een programmaleider). Ten derde zou er in de toekomst eerst geïnventariseerd moeten worden hoe groot het draagvlak voor een idee is, voordat een idee direct wordt uitgevoerd. Dit geldt voornamelijk voor initiatieven van Hoograven Invites You. Er blijkt nu uit de groepssessies dat wanneer het draagvlak klein is een idee snel wordt gezien als „geldverspilling‟ en als „onnodig‟ wordt beoordeeld….”