Keramiekkwartier van Rotsoord: de sporen van een rijke historie zijn nog alom zichtbaar

1FenTHolland

Altijd de moeite waard om de productie uit het Keramiekkwartier van Rotsoord op lokatie te fotograferen”, aldus Peter Sprangers van de Historische Kring Tolsteeg Hoograven (HKTH). Hij leverde onderstaande foto’s van (uit Rotsoord afkomstige Art Nouveau-tegeltableaus in) het Witte Huis (1898) in Rotterdam en het Tropenmuseum (1926) in Amsterdam.

1WitteHuisRotterdamHollandkeramiekDat Keramiekkwartier bestond uit de faience– en tegelfabrieken Holland (1894-1918) en Westraven (1844-1963), die beiden aan de Vaartse Rijn gevestigd waren. Hieronder vindt u uitgebreide verhalen over beide fabrieken.
Zo maar nog een fraai voorbeeld van tegeltableaukunst uit de Holland is te bewonderen in de voormalige Vleeschhouwerij P.Grin (tegenwoordig: Restaurant Le 4 Stagioni) aan de Johannes Verhulststraat 32 te Amsterdam Oud-Zuid (klik op de foto’s: hier en zie hieronder)  

De Faïence- en tegelfabriek Westraven

Marcel Hermens, (De Bilt 2004)

We waren geen familie, maar we werkten als een familie met elkaar.”

De historie van deze Utrechtse fabriek voert ons terug tot 1661. Toen stichtte Abraham van der Schilde Westraven, een fabriek voor backen en estriken (dakpannen en vloertegels), aan de Vaartse Rijn in Utrecht. Nadat de fabriek enkele malen in andere handen is overgegaan, koopt Hendricus Ravesteyn in 1800 de fabriek.

1FenTWestraven

In 1836 laat zijn zoon Huibert Ravesteyn de dakpan- en vloertegelfabriek de Nijverheidbouwen. Samen met Hendrik Ravesteyn vormen zij de firma de Gebroeders Ravesteyn. Zij bezitten dan over twee bakkerijen: de dakpan- en vloertegelfabriek Westraven en de dakpan-, vloertegel- en muursteentjesfabriek de Nijverheid.

In 1844 vragen zij vergunning aan voor het maken van witte muurtegeltjes. In de Nijverheid wordt een schilderslokaal gevestigd en een jaar later kan worden overgegaan tot de fabricage van plastisch gevormde wandtegels en Oudhollandse tegels.

In 1895 trekt Hubert Ravesteyn, die inmiddels de fabriek van zijn vader Huibert overgenomen heeft, een compagnon aan: de heer Frederik des Tombe. Samen zetten zij de fabriek voort onder de naam Muursteentjesfabriek de Nijverheid – Gebroeders Ravesteijn.

De Nijverheid wordt in 1904 grotendeels door brand verwoest en weer herbouwd. In 1906 komt het bedrijf in grote financiële moeilijkheden en de Ravesteijnfabriek wordt verkocht. Hubert Ravesteyn trekt zich terug en Frederik des Tombe wordt directeur. De fabriek de Nijverheid gaat in 1907 onder zijn leiding verder als N.V. tegelfabriek Westraven v/h gebr. Ravesteyn. Er wordt binnen het bedrijf een atelier opgezet dat onder de naam Potterij Rembrandt Utrecht start met de vervaardiging van modern kunstaardewerk. Na twee jaar wordt de productie gestopt vanwege afzetmoeilijkheden.

1TropenmuseumWestravenKeramiek

Dan breekt de eerste wereldoorlog uit. Als gevolg van gebrek aan grondstoffen wordt in 1917 de fabriek stilgezet. Een klein aantal medewerkers zet onder leiding van voormalig bedrijfsleider Jan van Luyn de werkzaamheden voort. Dit waren een ontwerper (Dirk Zwanink), een oudhollandse schilder (Arie Kortenhoff), een glazuurder (Willem van Oostveen), een stoker en een vijftal vaklieden.

De eerste tijd mag van Luijn nog gebruik maken van een gedeelte van de oude fabriek waar hij met een aantal machines, dat hij van zijn voorganger des Tombe cadeau heeft gekregen de productie hervat. Na anderhalf jaar verhuist de fabriek naar de voormalige pottenbakkerij Mobach aan de Jutphaseweg/Amaliastraat. Het oude pand de Nijverheid wordt verkocht.

In 1920 verhuist de fabriek naar de andere kant van de Vaartse Rijn; Helling 112, dat later Heuveloord 112 zal gaan heten.

Hetzelfde jaar wordt de N.V. Faïence- en Tegelfabriek Westraven opgericht. Het productieprogramma omvat voornamelijk Oudhollandse en plastisch gevormde tegels. Deze laatste gaan bijna allemaal naar Engeland.

In 1922 wordt een nieuwe pers in gebruik genomen, de zogenaamde frictiepers. De van kleipoedermassa geperste tegel wordt geïntroduceerd. Ook wordt rond deze tijd de afdeling bouwceramiek opgericht. Kort daarna (1923) wordt de eerste cloisonné- of lijn-reliëftegel gemaakt. In 1930 krijgt Westraven volop te maken met de crisis. Door het sluiten van de grenzen voor de export naar Engeland valt een belangrijke markt weg. Als gevolg hiervan vallen er onvermijdelijk ontslagen.

In 1931 wordt directeur Van Luijn Sr. opgevolgd door jonkheer ir. R. de Brauw. Onder zijn leiding wordt opnieuw een potterie-afdeling opgezet.

De laatste oorlogsjaren ligt het werk door het wegvallen van personeel dat moet onderduiken bijna stil.

In  1946  komt  na  het  overlijden  van  Zwanink  de  graficus  Koos van der Sluijs in dienst.

Hij krijgt de leiding over de reliëftegelproductie die vanaf dat moment flink uitgebreid wordt. Hij ontwerpt nieuwe souvenirtegels met voorstellingen van landschappen, gebouwen en wapens, maar ook herdenkings- en religieuze tegels. Daarnaast krijgt hij alle vrijheid om zelf ook tegels te ontwerpen. In dezelfde periode ontwerpt Leendert Blok zijn kenmerkende chanoiraardewerk.

Voor de lijnreliëf- of cloisonnétegels wordt ook contact gezocht met ontwerpers van buiten Westraven. Kunstenaars als Hermanus Walstra, Toon Ninaber van Eyben, Charles Eyck en Harry Schifferstein leveren vooral religieuze ontwerpen die in deze techniek uitgevoerd worden.

In deze tijd worden er naast reliëftegels, zowel door Koos van der Sluijs als door kunstenaars van buiten de fabriek, monochrome reliëftegels gemaakt. Er zijn onder andere herinneringstegels bekend naar ontwerp van Joop Hekman, Maarten Pauw en Albert Termote.

Ook in de naoorlogse jaren zijn de kosten hoog en de opbrengsten laag. In 1954 krijgt de fabriek echter opdracht om 13.000 gouden tegels te maken voor het koepelmausoleum in Haïfa in Israël. Deze grote opdracht levert zoveel geld op dat er een tunneloven aangeschaft kan worden. De productie van handbeschilderde Oudhollandse tegels gaat naast alle vernieuwingen gewoon door.

In 1958 gaat jonkheer de Brauw met pensioen. Hoewel iedereen verwachtte dat bedrijfsleider dhr. Bazuine jr. hem zou opvolgen, wordt dhr. C. de Jong voormalig vertegenwoordiger van de Porceleijne Fles in Delft, als directeur aangetrokken. Met deze directiewisseling wordt een andere koers ingezet. De Jong, vooral verkoper maar ook liefhebber van kunst, kiest voor vernieuwing. De markt heeft steeds minder belangstelling voor het vrij traditionele assortiment van Westraven. De kosten zijn hoog en de opbrengsten onvoldoende. Een gedeelte van het personeel, waaronder Koos van der Sluijs, wordt ontslagen.

De Jong trekt de beeldend kunstenaar Henk Verberkmoes aan om in een aparte ruimte van de fabriek ‘het Atelier’ genoemd, te werken aan plastieken en wanddecoraties voor toepassingen in gevels en in huizen. Na Verberkmoes zullen vele jonge kunstenaars, als Hans de Jong, Helly Oestreicher, Willem Lenssinck,  Heiltje Vollmüller, Luigi Amati, Sya de Nooijer en Jayne Vast, op deze nieuwe reliëfafdeling keramisch werk ontwerpen en uitvoeren.

In 1962 wordt het volledige aandelenpakket overgenomen door de Delftse Porceleijne Fles. De naam Westraven blijft gehandhaafd.

Met het ontslag van Koos van der Sluijs komt er een einde aan het ontwerpen van lijnreliëftegels. In 1965 worden de laatste lijnreliëftegels geperst en een jaar later sluit ook de potterie-afdeling. Er wordt gekozen voor het importeren van biscuitgebakken tegels voor de afdeling Oudholland. Op deze afdeling werken dan, gedetacheerd vanuit de Porceleijne Fles, een tiental ‘Westravenmeisjes’.

Begin jaren zeventig wordt op de zolder van het bedrijf in een kamer afgeschermd van de rest van de fabriek geëxperimenteerd met tegels met opdruk in transfertechniek. Als deze techniek geperfectioneerd is wordt hiermee ook productie gemaakt.

In 1980 wordt dhr. Slier directeur. Aan de productie van de keramische reliëftegels uit het Atelier komt in 1984 een einde. Het bedrijf verhuist van Heuveloord 112 naar Groenekan. Er werken nog 29 mensen en het hoofdproduct is de Oudhollandse tegel, zowel ambachtelijk geschilderd als met transfertechniek.

Dan verhuist de fabriek nog voor korte tijd naar de Mississippidreef in Utrecht om uiteindelijk in 1994 als dochter fysiek opgenomen te worden in de Porceleijne fles in Delft. Hier wordt tot op de dag van vandaag onder de naam Westraven alleen nog maar met transfertechniek gewerkt. Het einde van een fabriek met een rijk verleden…

1VleeschhouwerijPGrin4Stagione

1Holland tekst 1-w1000-h10001Holland tekst 2-w1000-h10001Holland tekst 3-w1000-h10001Holland tekst 4-w1000-h10001Holland tekst 5-w1000-h1000

Deze site gebruikt cookies. Door verder te gaan gaat u akkoord met dit gebruik. meer informatie

Wij gebruiken cookies om ons websitebezoek te meten, en om bepaalde inhoud van derden (Youtube-filmpjes, Facebook- en Twitter-widgets) te tonen.

Sluiten