Waterbedeffect: wel of geen problemen in o.a. Overvecht door sloop elders (o.a. Hoograven) ?

“Sloop en nieuwbouw in de veertig krachtwijken leidt tot een toename van problemen in andere kwetsbare wijken”, schrijft de site Binnenlands Bestuur op 25/6. “Over de omvang van dit zgn waterbedeffect verschillen (wetenschappelijke) onderzoekers van mening”. Dit bleek op een congres over de wijkenaanpak dinsdag 22/6 in de Utrechtse Galgenwaard

Uit de eerste resultaten van een onderzoek door wetenschappers van (het onderzoeksinstituut OTB van) de TU Delft en van de Universiteit van Utrecht zou blijken dat problemen van sloopwijken zich nauwelijks verplaatsen naar andere wijken. 
De verplaatsing van problemen is beperkter dan vaak verondersteld, vindt Reinout Kleinhans, verbonden aan onderzoekinstituut OTB van de TU Delft. Hij is nog geen overtuigend bewijs tegengekomen dat problemen op grote schaal van de ene wijk naar de andere meeverhuizen.
Daar is Ronald van Kempen, stadsgeograaf aan de Universiteit Utrecht, het niet mee eens. Van Kempen ziet door de sloop in bepaalde ‘achterstandswijken’ nieuwe concentraties ontstaan. Hij noemt als voorbeeld de  (kracht-) wijk Overvecht. “Daar komen door de sloop in Kanaleneiland, Hoograven en Zuilen steeds meer allochtonen en mensen met een laag inkomen te wonen. Voor de zittende bewoners is dat soms een probleem, zij zien de wijk veranderen.”, aldus Van Kempen, die desalniettemin de kreet “problemen in Overvecht door sloop in o.a. Hoograven” ‘kort door de bocht’ vindt.
Voor de mensen die vanwege sloop hun woning moeten verlaten is de verhuizing naar een andere buurt vaak wel een aanzienlijke verbetering van de woonsituatie. 
Ronald van Kempen was een van de auteurs van onderzoeksrapport “Na de sloop” (2008), waarin wordt gewaarschuwd dat verhuisstromen gericht zijn op een beperkt aantal buurten.Volgens Van Kempen komt 40 tot 60 procent van de gedwongen verhuisden terecht in een top 3 van buurten, doorgaans in of vlakbij de oude wijk. (Zie hier &  hier)