Hoogravens bedrijfsdagboek (1940-45) aan de historische vergetelheid ontworsteld
Het persoonlijke verslag van de boekhouder belicht allerlei gebeurtenissen in stad en regio die van historisch belang zijn geweest, zoals de bommen op de Biltstraat, de anti-joodse maatregelen, de april-meistakingen en de razzia op mannen van 17 tot 50 jaar in oktober 1944. Ook illustreren de optekeningen de economische ontwikkeling tijdens de oorlog: de eerste anderhalf jaar komt het bedrijf tot aanzienlijke bloei, maar gaandeweg is er steeds minder werk en moeten steeds meer werknemers naar Duitsland.
De boekpresentatie zal plaatsvinden op donderdag 6 mei, van 14.00 tot 15.30 in het auditorium van het Utrechts Archief aan de Hamburgerstraat. Historicus en tv-maker Ad van Liempt zal een toelichting geven op het bedrijfsleven in Utrecht in ‘40-‘45.
“Dagboeken zijn een heel belangrijke bron voor de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog, dat blijkt steeds meer", aldus Ad van Liempt. "Voor het Dagboek van de Houtcentrale geldt dat zeker. In ieder geval moet worden vastgesteld dat het Dagboek van de Houtcentrale ongelooflijk nuttig is voor de geschiedschrijving van Utrecht in de oorlog. Het verslag noemt allerlei gebeurtenissen in stad en regio die van historisch belang zijn geweest. Misschien wel het meest opvallende aan het Dagboek is de ongekende bureaucratie die eruit blijkt. Het is, zoals gezegd, een document van grote betekenis. Maar daarnaast is het dagboek ook nog te beschouwen als een virtuoze balanceer-act van hoofdboekhouder Verhoef, die niet alleen de Duitsers om de tuin heeft geleid, maar ook het eigen bedrijf voor heel veel geld moet hebben opgelicht.”
(*Het tv-werk van Ad van Liempt werd onlangs bekroond met een Ere-Nipkovschijf).