Directe spoorbaan Utrecht-Houten West-Vianen-Breda voorlopig van de baan
De rechtstreekse spoorlijn Utrecht-Breda, via het toekomstige wijkstation Vaartsche Rijn (2015) en de daarvoor geplande tussenstations Houten-West en Vianen, komen er voorlopig niet. Misschien ná 2020 een keer. Dat is althans het advies van de ‘Commissie Spoor A27’ (onder leiding van Ed Nijpels) aan Minister Eurlings van Verkeer dat op 12 november is uitgebracht.
De Christen Unie had om gelijktijdige aanleg van de spoorlijn, langs of in de middenberm, van de vanaf 2013 te verbreden A27 gevraagd.
Ondanks de “onmiskenbaar toegevoegde waarde” van een spoorverbinding Utrecht-Breda (zonder omreizen via Rotterdam/Dordrecht of Den Bosch/Tilburg), waarvan omstreeks 50.000 tot 90.000 reizigers dagelijks gebruik zouden maken, oordeelt de comissie Nijpels, net als Eurlings al eerder deed, dat de spoorbaanaanleg het werk aan de autobaan jaren zou vertragen.
Fractievoorzitter Vincent Oldenborg van Leefbaar Utrecht vindt het Rapport-Nijpels (oubollige titel: ‘Spoorboekje A27’) “een gemiste kans om de hoge mobiliteitsbehoefte een beetje te verplaatsen van de auto naar het openbaar vervoer”. Oldenborg vindt dat “extra stoptreinstations in Houten, Vianen en Gorinchem forensen extra gelegenheid bieden om de trein te nemen en de files op de A27 te ontwijken. Dat zou goed zijn voor zowel de bereikbaarheid, de luchtkwaliteit en de gezondheid van de Utrechters.”
De spoorbaan Utrecht-Breda is niet definitief van de baan, maar zou pas na 2020 gerealiseerd kunnen worden. Er is ook nog geen geld voor gereserveerd. De kosten van een aantal varianten zouden ruwweg 3 tot 4 miljard bedragen. Maar volgens de commissie Nijpels moeten de diverse overheden op korte termijn al 188 miljoen euro ophoesten om straks de aanleg van de lijn niet onmogelijk te maken. Dit geld is nodig om een vrije strook land langs de straks verbrede A27 vrij te houden en om viaducten te verbreden.